Kwaliteit - Ons kindvolgsysteem

Kwaliteit

Ons kindvolgsysteem

Ons kindvolgsysteem

 

Een kindvolgsysteem volgt de ontwikkeling van het kind. Dit doen we door de kinderen te observeren en te  toetsen. We maken gebruik van het kindvolgsysteem ParnasSys.

 

Observatie-instrument in MijnRapportfolio groep 1/2

Samen met de specialisten van De Noordwijkse Methode hebben we geanalyseerd welke ontwikkelingsgebieden geobserveerd moeten worden en wat wij willen observeren. Die ontwikkelingen hebben we opgenomen in ‘MijnRapportfolio’ en houden we hierin bij. In groep 1/2 worden de kinderen bij alle activiteiten geobserveerd door de leerkracht.

  • Sociaal-emotionele ontwikkeling: Wij observeren de zelfbeleving, het zelfbesef en de zelfstandigheid. Hoe gedraagt het kind zich in relatie tot andere kinderen en hoe tot de leerkracht? Hoe is zijn spelontwikkeling, zijn expressieve ontwikkeling, zijn motivatie en betrokkenheid? En hoe is de aandacht- en taakgerichtheid?
  • Motorische ontwikkeling: We onderscheiden de grote en de kleine motoriek. We bekijken diverse bewegingen van het kind, van lopen tot het maken van een koprol en van kralen rijgen tot het voorbereidend schrijven.
  • Taalontwikkeling: Wij observeren de zinsbouw en de articulatie van het kind en observeren ook het auditief geheugen. 
  • Rekenen en wiskundige ontwikkeling: Naast de ontwikkeling van de aspecten uit de zes brongebieden observeren wij of het kind kleuren kan herkennen en benoemen, hoe hij puzzels maakt en hoe zijn visuele geheugen is.

 

Toetsen

Vanaf groep 3 nemen wij tweemaal per jaar de Leerling in Beeld-toets af, in januari/februari en juni. De gegevens uit het kindvolgsysteem worden o.a. gebruikt om ons aanbod te analyseren en bij de advisering voor het vervolgonderwijs. Door gebruik te maken van het Cito-leerlingvolgsysteem volgen wij de kinderen op een manier die kinderen op ons kindcentrum al jaren gewend zijn. De gegevens leveren informatie op die de minister aan het einde van het basisonderwijs wil zien. Als ouder ziet u op vertrouwde wijze wat de ontwikkelingen van uw kind zijn. De kinderen uit de groepen 3 tot en met 8 krijgen toetsen op de gebieden rekenen, spelling, begrijpend lezen en technisch lezen.

 

Sociale en emotionele ontwikkeling

Voor de sociale en emotionele ontwikkeling maken we in de groepen 3 tot en met 8 gebruik van het programma SCOL! van Leerling in Beeld. De leerkrachten vullen op de computer een lijst in over het welbevinden van ieder kind. Deze gegevens worden verwerkt in het groepsoverzicht. De bevindingen worden besproken met de intern begeleider tijdens de groepsbespreking. Indien nodig worden ouders uitgenodigd voor een gesprek om de bevindingen en eventuele zorg om de sociale en emotionele ontwikkeling te bespreken.

 

Methodegebonden toetsen

Naast de landelijk genormeerde toetsen hanteren wij ook de methode-gebonden toetsen. Toetsen zijn voor ons een middel om te kijken waar uw kind in zijn ontwikkeling is en om te kunnen analyseren of ons aanbod nog wel passend is voor uw kind. Zijn er andere interventies nodig om hem optimaal te kunnen begeleiden? Ze zijn geen doel op zich.

 

Voortgang volgen

Elke dag maken de kinderen werk, zowel schriftelijk als mondeling. De resultaten analyseert de leerkracht elke dag om zo het aanbod voor de volgende dag voor uw kind te bepalen. Daarnaast worden de kinderen geobserveerd tijdens het werk om een indruk te krijgen van hun totale functioneren.

 

Theoretisch en praktisch verkeersexamen

De kinderen van groep 7 nemen deel aan het verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland (VVN). Dit bestaat uit een theoretisch en een praktisch examen. In april nemen de kinderen deel aan het landelijke theoretische verkeersexamen. Wanneer een kind dit niet haalt, mag hij het examen enkele weken later over doen. In mei of juni volgt het praktische verkeersexamen dat door de regionale afdeling van VVN wordt georganiseerd. De kinderen mogen dit examen vooraf oefenen. Enkele weken voorafgaand aan het examen worden de fietsen van de kinderen gekeurd. De kinderen ontvangen hierbij een formulier met de op- of aanmerkingen over de fiets die de ouders kunnen herstellen. Op de dag van het praktische examen vindt een korte herkeuring plaats. De kinderen mogen alleen meedoen op een goedgekeurde fiets.

 

Doorstroomtoets

Alle kinderen in groep 8 moeten de doorstroomtoets maken. Dit kan vanaf eind januari. De toets is landelijk en objectief en is geen examen.

 

Drempelonderzoek

Het afnemen van een drempelonderzoek wordt alleen gedaan bij kinderen waarvoor specifieke informatie voor het vervolgonderwijs nodig is.

Aanmelding bij de school voor voortgezet onderwijs vindt in maart plaats.

 

Een groep doubleren of overslaan

In principe volgen kinderen in Nederland acht jaar basisonderwijs, maar dat kan anders lopen. Soms is het nodig dat een kind een onderwijsjaar in dezelfde groep opnieuw doet. Voordat er een besluit tot doubleren is genomen, is er al heel wat aan vooraf gegaan. Zo zijn er een of meerdere oudergesprekken om argumenten voor doubleren te bespreken en zijn er afspraken gemaakt om de ontwikkelingen goed te volgen. Hiervoor wordt voor het kind voor een bepaalde periode een pedagogisch/didactisch plan gemaakt. Ook voeren ouders, de leerkracht(en) en de intern begeleider voortgangsgesprekken.

De leerkrachten en de intern begeleider geven een dwingend advies of het kind overgaat naar een volgende groep of doubleert. Dat gebeurt uiterlijk in maart. Na het besluit tot doubleren moet er een plan van aanpak gemaakt worden. Dit is een individueel plan binnen het groepsplan, omdat elk kind verschillend is in zijn ontwikkeling. In dit plan worden de volgende opties verwerkt:

  • Het kind werkt met de groep mee en gebruikt verrijkingsstof/extra stof/andere stof; wellicht is het nodig voor een bepaald vak aangepaste leerstof te bieden
  • Het kind werkt in de groep op individuele basis tot het moment waarop de draad weer opgepakt wordt en hij met de groep gaat meedoen.

Dit alles wordt in nauw overleg met de ouders besloten.

Als een kind zich sneller ontwikkelt, kan worden overwogen het kind een jaar eerder naar de volgende groep over te plaatsen. Dit gaat in goed overleg met de ouders. Hierbij is het advies van het kindcentrum bindend.

 

.